Nood- en interventieplanning

Het stadsbestuur is voorbereid op een mogelijke noodsituatie zoals een zware brand, een groot ongeluk of een ontploffing. Daarvoor ligt een nood-en interventieplan klaar, een soort draaiboek dat procedures en afspraken vastlegt over wat tijdens zo’n noodsituatie te gebeuren staat. Die afspraken zorgen er mee voor dat de hulpverlening in de chaos, eigen aan een ramp of crisis, zo snel en zo adequaat mogelijk verloopt.

Gecoördineerd de ramp bestrijden

Als de burgemeester het gemeentelijk rampenplan afkondigt, treden die procedures in werking. Verschillende diensten – in noodplanning heten ze ‘disciplines’ – zoals brandweer, politie, hulpdiensten, stadsdiensten … werken dan gecoördineerd samen om de rampsituatie te bestrijden. De gemeentelijke veiligheidscel van Poperinge is samengesteld uit:

De burgemeester kan daarnaast elke andere persoon uitnodigen die hij nuttig acht voor de uitvoering van de opdrachten van de veiligheidscel, bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie, andere deskundigen, vertegenwoordigers van ondernemingen, diverse uitbaters …

Afkondiging op drie niveaus

Het rampenplan voorziet drie fasen:

  1. Gemeentelijke fase

    De burgemeester kondigt de gemeentelijke fase van het rampenplan af. Deze fase is het laagste niveau. We spreken van een gemeentelijke fase als de noodsituatie geen gevaar voor de bevolking van andere gemeentes betekent. De coördinatie gebeurt door de burgemeester.
  2. Provinciale fase

    De provinciegouverneur kondigt die af wanneer een gemeentelijke fase te groot wordt voor de gemeente om alleen te coördineren, of wanneer een ramp gevolgen heeft voor meer dan één gemeente. Het provinciaal coördinatiecomité staat hem bij.
  3. Federale fase

    Het is de minister van Binnenlandse Zaken die deze fase afkondigt. Dat gebeurt wanneer een ramp de provinciegrenzen overstijgt of als er grote delen van het land getroffen zijn. Het is ook de minister die in deze fase de leiding neemt.