Een kampvuur houden is enkel toegelaten als je toestemming van de eigenaar van het stuk grond hebt. Bovendien heb je een toelating van de burgemeester nodig.
Voorwaarden
- Zorg dat de vlamhoogte niet hoger is dan 4 meter.
- Voorzie geschikte en voldoende brandblusmiddelen in overeenstemming met het advies van de bevoegde brandweerdienst.
- Blijf ter plaatse tot het vuur volledig gedoofd is en heropflakkering uitgesloten is. Voer na het doven gedurende een uur een waakdienst uit.
- Houd een minimale afstand van 100 meter tot gebouwen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stromijten of plaatsen waar gras te drogen is gelegd, en voldoe aan alle andere wettelijke bepalingen. Zorg dat de ondergrond vrij is van brandbare materialen.
- Gebruik als brandstof enkel onbehandeld hout, steenkool, houtskool of andere vaste natuurlijke brandstoffen.
- Bewaar brandstofstapels op een afstand van minstens 24 meter van de vuurhaard.
- Gebruik nooit alcohol, benzine of andere vloeibare of gasvormige brandversnellers om het vuur aan te steken of aan te wakkeren.
- Houd een veiligheidszone van minimaal 6 meter breed vrij en markeer deze op een degelijke manier. Laat geen publiek toe binnen deze zone.
- Zorg dat er steeds twee medewerkers aanwezig zijn in de veiligheidszone. Eén van hen houdt toezicht op de brandhaard, de zone en de onmiddellijke omgeving, terwijl de ander indien nodig brandstof toevoegt.
- Voorzie een mobiele telefoon waarmee brand of ongevallen gemeld kunnen worden via het noodnummer 112. Noteer ook het contact van de EHBO-medewerker van het evenement en zorg dat de medewerker op de hoogte is van de locatie van de vuurhaard of het evenement.
- Doof het vuur bij een aanhoudende windsnelheid van meer dan 4 beaufort (29 km/u of meer).
- Zorg dat brandweervoertuigen zich binnen een afstand van 60 meter van de vuurhaard kunnen opstellen, tenzij een voorafgaande uitzondering werd toegestaan.
- Respecteer steeds de nachtrust van omwonenden.
